Bericht
  • EU e-Privacy Richtlijnen

    Wij maken gebruik van cookies, om onze website te verbeteren, en om het verkeer op de website te analyseren. Door op akkoord te klikken, geef je toestemming voor het plaatsen van alle cookies zoals omschreven in onze privacyverklaring. Ga voor meer informatie naar Privacy pagina.

    Bekijk Privacy Richtlijnen

 

1.0 De Geboortedatum

Wanneer is Jezus geboren?’

Het is algemeen bekend dat Jezus niet op 25 december is geboren. Waarom vieren we dan toch op die datum het kerstfeest? Een bijbels argument valt er niet voor te vinden.

afb. jezus 15Het heeft allemaal met ons heidense verleden te maken, want ooit vierden onze verre, verre voorouders op dat tijdstip het zonnewendefeest. Zo’n religieus gebruik blijkt zo’n taai leven te leiden, dat het moeilijk was de mensen af te wenden van dit feest. Daarom hebben ze het gekerstend: ‘Jullie vieren altijd het feest van de onoverwinnelijke zon? Bedenk dat Jezus de Zoon der Gerechtigheid is en het Licht der Wereld wordt genoemd’. Het oude oer-feest is dus verheven tot een geschikt moment om zijn geboorte te gedenken. Op die manier zijn veel heidense gebruiken blijven voortbestaan.

2.0 Hoe zit het met de sterfdag van Jezus?

‘Jezus stierf niet op Goede Vrijdag’


Volgens de traditie vond de kruisiging plaats op vrijdag en is Jezus op zondag opgestaan. Maar dit kan niet kloppen. Het komt erop neer dat hij na één dag en nacht en twee kleine gedeelten van een dag of nacht is verrezen uit het graf. Dit staat op gespannen voet met een uitspraak van Jezus zelf.

afb. jezus 17Als we ons verdiepen in deze ingewikkelde materie, voert dat tot de conclusie dat Jezus op woensdag is gestorven en naar alle waarschijnlijkheid op sabbat is opgestaan. Maar hoe komt het dan dat we nu een heel andere voorstelling van zaken hebben? We lezen in het evangelie dat Jezus stierf op de dag van de voorbereiding en dat de lichamen niet op sabbat aan het kruis mochten blijven hangen [Joh. 19:31]. Op grond hiervan is verondersteld dat de kruisiging op vrijdag was.
In de Leidse vertaling is dit er zelfs van gemaakt: ‘Daar het vrijdag was ….’. Maar er staat in de oorspronkelijke tekst: paraskeue en dat betekent ‘voorbereiding’. Men vergeet dat na Pesach het feest van de ongezuurde broden volgt, waarbij de eerst en de laatste dag heilige sabbatten zijn.  Daarop doelt Johannes als hij opmerkt: - want de dag van die sabbat was groot -.

3.0 De Sabatten

Alles valt op zijn plek als we bedenken dat er twee sabatten waren gedurende de periode dat Jezus in hetafb. jezus 18 graf lag. Voor een incongruentie tussen het evangelie van Marcus en Lucas is dan een verklaring te geven. Hebben de vrouwen vóór de sabbat de specerijen gereedgemaakt (Luc. 23:56) of kochten ze deze ingrediënten ná de sabbat (Mar. 16:1)? Als er staat bij Marcus dat ze ná de sabbat specerijen kochten om Jezus te zalven, kan dit niet na de wekelijkse sabbat zijn: zij gingen de volgende dag al vroeg op pad. Er was voordien geen gelegenheid eerst specerijen te kopen. Lucas meldt dat de vrouwen, nadat ze zagen hoe Jezus in het graf werd gelegd, terugkeerden en specerijen gereedmaakten. Daar na rustten ze op de sabbat volgens het gebod. Dit is niet de bijzondere sabbat na Pesach, maar de wekelijkse sabbat. Dit brengt ons tot de conclusie dat er twee sabbatten waren, met daartussen een dag van voorbereiding.

4.0 Pesach

Jezus is op Pesach gestorven [1,2]. Zo heeft Hij het zelf aangekondigd: ‘Over twee dagen is het, zoals jullie weten, Pesach. Dan wordt de Mensenzoon uitgeleverd om gekruisigd te worden’ [Matth. 26:2].
afb. jezus 19De geestelijke leiders waren intussen al bezig een list te bedenken om Hem ter dood te brengen. Om problemen te voorkomen, zeiden ze: ‘Niet op het feest, want dan komt het volk in opstand’ (Matth. 26:5). Toch gebeurde het zoals Jezus gezegd had. Als we ontdekken dat Jezus op de 14e Nisan, het feest van Pesach, is gestorven dan volgt daarop donderdag de 15e Nisan als een bijzondere sabbat, namelijk de eerste dag van het feest der ongezuurde broden. Vrijdag is dan weer een voorbereiding dag, waarop bij het begin van de avond de wekelijkse sabbat volgt.
Tegen het einde van die bijzondere rustdag is Jezus door God uit de dood opgewekt. Of het is, denken anderen, net na die dag gebeurd. Niemand is daar echter bij geweest.
Al vroeg in de morgen van de volgende dag zijn de vrouwen als eerste getuige geworden van de opstanding van Jezus.


[1] De kruisiging van Jezus volgens de katholieke geloofsleer; 30 n Chr.
[2] Pesach – de kruisiging van Jezus volgens Mattheüs’ tijdtabel

5.0 Op welk tijdstip is Jezus gestorven?

Op welk tijdstip van de dag werd Jezus aan het kruis genageld?

afb. jezus 20
Marcus 15:35 zegt: op het derde uur. Dat wil zeggen, het uur dat begon om ongeveer 7.35 a.m. Met het oog op de tijdsindeling zou dit mogelijk zijn, vooral als Marcus bedoelde tegen het einde van dat uur. Johannes, volgens zijn schema het Paasmaal nog gegeten moeten worden, beoogt waarschijnlijk deze vrijdag voor te stellen als de dag waarop ’s middags de paaslammeren geslacht moesten worden. Hij vertelt ons (19:14) dat het proces van Jezus in het pretorium omstreeks het zesde uur ten einde liep. Dat wil zeggen het uur dat begint om 10.45 a.m., en in de Misjna (Pesachiem 5:1) staat dat het paasoffer geslacht werd halverwege na het zevende uur, dat wil zeggen om ongeveer 12.15 p.m.

Hoe laat het ook geweest mag zijn, drie details hebben parallellen in de oudheid: het aanbieden van wijn met mirre aan Jezus, waarvan in de Talmoed melding wordt gemaakt (B. Sanhedrin 43a) als een daad van barmhartigheid die soms door de vrouwen van Jeruzalem verricht werd; het verdelen van Jezus’ kleren onder de soldaten die verantwoordelijk waren voor de terechtstelling werd erkend in het Romeinse rechte (en genoemd in Digesta 48:6); en het ophangen van een bekendmaking waarin de aarde van de misdaad vermeld werd (zoals in Suetonius, Caligula 32).

Aan het kruis wordt Jezus bespot, en dan vindt er datgene plaats wat het laatste conflict blijkt te zijn. Het is onthullend te zien wie de spotters waren. Voor Marcus  zijn ze ‘voorbijgangers’ (15:29). Misschien een verwijzing naar Klaagliederen 1:12 en 2:15 waarin hetzelfde Griekse woord wordt gebruikt in de zin: ‘Raakt het u niet, gij allen die voorbijgaat?’ Marcus gaat een stapje verder en herkent onder hen de ‘Overpriesters en Schriftgeleerden’ (15:31), waaraan Mattheüs toevoegt ‘en de oudsten’ (27:41). Het is dezelfde groep die hier ‘de oversten’ wordt genoemd door Lucas (23:35) die oorspronkelijk beslisten dat Jezus moest sterven.
De dieven die met hem gekruisigd zijn, schelden hem uit en Lucas voegt er nog wat ruwe grappen van deafb. jezus 23 soldaten aan toe (23:36-38). Op dit moment – het zesde uur dat begon om 10.45 a.m. – viel de duisternis in. Een zonsverduistering [1] op het Pascha zou onmogelijk zijn aangezien er volle maan is . Maar zoals iedereen die Jeruzalem kent in april, kunnen er zware wolkenvelden en stormen voorkomen. Deze duisternis hield aan tot het negende uur – dat ongeveer 1.50 p.m. begint – toen Jezus volgens Marcus (15:37) een luide kreet slaakte en de geest gaf! Marcus beschrijft de dienstdoende hoofdman die bij de dood van Jezus zegt: ‘Waarschijnlijk deze mens was een zoon Gods’ (15:39). Zo’n uitspraak impliceerde waarschijnlijk maar weinig betrokkenheid als hij gedaan werd door een heiden, maar Marcus nam deze woorden op in zijn evangelie omdat ze voor de christelijke lezer zeer pregnant waren.


[1] De (zons-)verduistering en de aardbeving in het kruisigingsverhaal zijn legendarisch: het was gebruikelijk post factum zulke natuurfenomenen te hechten aan de dood van belangrijke historische figuren. Bovendien kan een zonsverduistering niet omdat deze niet enkele uren duurt zoals in het verhaal. Bovendien valt het paasfeest samen met volle maan. Astronomische berekeningen aan de hand van deze vermeende zonsverduistering hebben historisch-kritisch dus geen waarde.

6.0 Verdraaid

Is het zo belangrijk wanneer Jezus precies is gestorven en opgestaan? Het gaat er toch om wat er het werkelijk is gebeurd!

afb. jezus 21Daarmee staat of valt immers - volgens het getuigenis van de apostelen – ons (christelijke) geloof! Toch is het niet onbelangrijk de aandacht erop te vestigen dat alles zo verdraaid is. Dit laat zien hoe we ons als christenen in wezen hebben ‘losgezongen’ van de Joodse oorsprong! Het meest trieste bewijs daarvan is wel het verschil tussen de datum van het Joodse Pesach en het christelijke Paasfeest. Tijdens het concilie van Nicea in 325 na Christus is besloten de paasdatum officieel vast te stellen op de eerste zondag na de eerste volle maan in de lente. Deze keuze is heel bewust gemaakt, omdat men persé niet wilde dat het christelijke Paasfeest zou samenvallen met het Joodse Pesach.

We weten dat de tijd waarin Jezus leefde, dat het een tijd was waarin geloof alles was en het verkeerde geloof een onmiddellijke dood kon betekenen. De dood, hetzij door de Romeinen of door de zeloten met hun dolken. Slechts weinig van deze gebeurtenissen zijn terug te lezen in de evangeliën. In plaats van geschiedenis schildert het Nieuwe Testament ons een verwrongen beeld van die tijd ons voor. Toch konden de geschiedschrijvers niet om het verhaal van Jezus heen niet.
Met als uiteindelijk gevolg, dat latere auteurs – herschrijvers, kopiïsten, e.d. - een gezamenlijke poging hebben gedaan om Jezus en zijn leven gescheiden te houden van de historische tijd waarin hij was geboren, leefde en stierf. Maar hierdoor hebben ze Jezus ook zijn Joodse context ontnomen, wat veel kwalijker was. Nog steeds zijn veel christenen zich er volstrekt niet van bewust, dat Jezus nooit een ‘christen’ is geweest: hij is geboren als Jood en heeft geleefd als Jood.

Een generatie na de kruisging van Jezus – of althans nadat hij van het toneel was verdwenen – raakten Jeruzalem en de tempel van het Joodse geloof verloren. In plaats daarvan werd de rabbinale school in Jabneh het centrum van het geloof; 70 tot 132 n. Chr. In diezelfde tijd begon de manipulatie van het verhaal van Jezus, een verhaal dat uiteindelijk een traditie schiep met Jezus als middelpunt en niet God! Deze traditie leidde tot heftige meningsverschillen onder vroege kroniekschrijvers, maar zou ten slotte alle andere interpretaties overvleugelen. De Joodse oorsprong van Jezus werd vervat in een steeds invloedrijker wordende heidense context die werd ingebracht door tot het christendom bekeerde mensen uit de wereld van de Romeinen en de Grieken. In de volgende eeuwen zou deze heidense invloed een wig drijven tussen Jezus en het judaïsme.

Het publiek voor de christelijke boodschap was blijkbaar veranderd. De boodschap was niet meer bedoeldafb. jezus 22 voor Joden, maar eerder gericht op heidenen. De ‘gelovers’ in goden en godinnen als Mithras, Dionysius, Isis en Demeter. Het nieuwe geloof moest een nieuwe verpakking krijgen, dichtgebonden met een anti-Joods lintje. De wereld was rijp voor een nieuwe verklaring van de geschiedenis en klaar voor het begin van de triomftocht van de kunstmatige ‘Jezus van geloof’. Niet van de ware ‘Jezus van de geschiedenis’. Een Joodse man die sprak over God, die een goddelijke boodschap uitdroeg, maar die niet beweerde God [2] zelf te zijn.

‘Toen de Joden weer stenen opraapten omdat ze hem wilden stenigen, zei Jezus: “Ik heb door de Vader veel goeds voor u gedaan; waarom wilt u me stenigen?” ”Voor een goede daad zullen we u niet stenigen”, antwoorden ze, “maar wel voor godslastering: U bent een mens, maar u beweert dat u God bent!” Jezus zei: ”Staat er in uw wet niet geschreven: Ik heb gezegd: U bent goden?

Tussen het moment waarop deze woorden werden gesproken en op schrift werden gesteld, mogelijk tegen het einde van de eerste eeuw, was  Jezus tot christen gemaakt. En het christen-zijn betekende het volgen van lessen die ver verwijderd waren van die van de Joden. Dit is ook duidelijk in een vastgelegde dialoog tussen Justinus Martyr, een kerkvader uit de tweede eeuw, en een Joodse leraar die Trypho heette. Uit deze briefwisseling blijkt heel duidelijk dat tussen de twee religies een diepe kloof was ontstaan.