Bericht
  • EU e-Privacy Richtlijnen

    Wij maken gebruik van cookies, om onze website te verbeteren, en om het verkeer op de website te analyseren. Door op akkoord te klikken, geef je toestemming voor het plaatsen van alle cookies zoals omschreven in onze privacyverklaring. Ga voor meer informatie naar Privacy pagina.

    Bekijk Privacy Richtlijnen

046

 

Als we de Nieuwe Evangelie gaan uitspreken, dan zal alles wat de religieuze of politieke leiders tot dusver hebben verkondigd of hebben geleerd, alles waarvan zij ons tot dusver hebben geprobeerd te overtuigen, alles waarop zij hun daden hebben gebaseerd, worden ontzenuwd.
Het is een Nieuwe Evangelie dat de wereld zou kunnen redden. Want het getuigd van grote moed als wereldleiders of religieuze leiders deze twee zinnetjes zullen verkondigen:

  1. 'We zijn Allen Eén.'
  2. 'Wij volgen niet een betere weg, wij volgen slechts een andere weg.'

Stel je voor dat de religieuze leiders verstaanbaar zeggen: 'God houdt van alle kinderen Gods, en wij zijn allen Eén. Er zijn vele wegen naar God en God omhelst allen die hun pad oprecht en in nederigheid volgen. Niemand volgt een betere weg, wij volgen allen slechts een andere weg!'
Dit is de Nieuwe Evangelie!

Wat is een 'evangelie'?

Oorspronkelijk betekent het Griekse woord 'evangelie' - de 1e vermelding vinden wij bij Homerus - 'loon voor het brengen van een goede boodschap'. 130Later wordt het gebruikt voor de 'goede boodschap' zelf. In deze geest komt het al voor in de Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel en niet het minst door teksten uit het profetenboek Jesaja wordt het geijkt: 'Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van degene die het goede boodschapt, die de vrede aankondigt, die goed nieuws brengt!' [Jesaja 52:7]
Bij Paulus in het Nieuwe Testament wordt het woord 'evangelie' gebruikt in de zin van het mondelinge bericht (Paulus kent nog géén geschreven evangeliën!) over lijden, dood en opstanding van Jezus. Die betekenis overheerst ook in de latere delen van het Nieuwe Testament. In de voortgaande wetenschapsbeoefening werd men echter steeds minder zeker van deze omschrijving. Want heeft een evangelie altijd een bijzonder opbouw, of bepaalt (en beperkt) hier de definitie de historische realiteit? Anders gezegd: dragen ook de geschriften die literair gezien een andere structuur hebben en bijvoorbeeld alleen woorden van Jezus bevatten terecht de naam 'evangelie'? Niet het minst door de ontdekking van het Evangelie van Thomas kwamen vele deskundigen tot een nieuwe en bredere omschrijving van het begrip 'evangelie'. Vooral de Amerikaanse wetenschappers is in de achterliggende jaren een nieuwe trend ingezet.

In principe gaat men ervan uit, dat alle geschriften uit de Oudheid die erop gericht zijn tradities van of over Jezus door te geven, te beschouwen zijn als evangeliën! Inderdaad blijft staan, dat 'evangelie' oorspronkelijk een niet-literair begrip was en dat Paulus het gebruikt als aanduiding voor het mondelinge bericht over Jezus. Vanaf het midden van de tweede eeuw werd echter een groot aantal geschriften als zodanig 146aangeduid: niet alleen de evangeliën die in toenemende mate als canoniek gingen gelden (Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes), maar ook die geschriften die later als 'apocrief' of 'verborgen' werden aangeduid (en daarmee terzijde gesteld door de Kerk, toentertijd). Tot deze apocriefe evangeliën behoren onder meer het Evangelie van Thomas, het Evangelie van Petrus, Het Evangelie van de Hebreëen en het Evangelie van Maria. Daarnaast rekent men veelal ook geschriften die nooit de titel 'evangelie' droegen, maar die wel originele tradities van en over Jezus (b)lijken te bevatten en erop gericht zijn deze door te geven, zoals het Gesprek van de Verlosser (NHC III,5) en het werk dat bekend staat als het Apocryphon of het Geheime Boek van Jacobus (NHC !,2), tot het genre van de evangeliën. Onder al deze geschriften staat vooral het Evangelie van Thomas (NHC II,1) hoog in aanzien! [Prof.J.van Oort- 'Het Thomas Evangelie'].