Bericht
  • EU e-Privacy Richtlijnen

    Wij maken gebruik van cookies, om onze website te verbeteren, en om het verkeer op de website te analyseren. Door op akkoord te klikken, geef je toestemming voor het plaatsen van alle cookies zoals omschreven in onze privacyverklaring. Ga voor meer informatie naar Privacy pagina.

    Bekijk Privacy Richtlijnen

 

 

afb.17De leer van Jezus kreeg vaak de vorm van een parabel [1]. Het verhaal of de gelijkenis zet de luisteraar soms op het verkeerde been, waardoor de clou onverwacht, grappig - niet kwetsend - is, maar zeker niet tot enig misverstand kan leiden. Het is de toehoorder die zijn eigen gedachtenwereldje - zijn fantasieën en overtuigingen - 'vermengt' met het uitgebeelde verhaal en daarin zichzelf in herkent.
Het bekende verhaal van de barmhartige Samaritaan [Luc. 10:30] bijvoorbeeld, werd aanvankelijk verteld aan wetgeleerden, zeer waarschijnlijk de Farizeeën [2]. De verwachte afloop van het verhaal is volgens de Farizeeën natuurlijk, dat de priester en de Leviet de man voorbij lopen, maar dat daarna een wetgeleerde het beter doet. Maar in plaats daarvan komt er een 'ketter', een Samaritaan die zich juist wel ontfermt over de Samaritaan.

Dit is één van de vele voorbeelden die Jezus ons gaf. Jezus probeerde met dit voorbeeld de oude (geloofs-)overtuigingen van de Farizeeën (van ons)  te vervangen door juiste waarnemingen; er op een andere manier naar te leren kijken. Vanuit een ander perspectief het levensproces bezien en benaderen. Want Jezus wist wel degelijk, dat elke mening die we koesteren een hindernis is die ons afschermt van de waarheid. Een andere waarheid afwijzen is dan ook een gemiste kans tot innerlijke groei! En Jezus visie was dan ook, dat zelfstandig (leren) denken, dan ook met géén enkele ware leer in strijd was!


[1] Een parabel (evangelisten gebruikten dit woord in de betekenis van 'gelijkenis') of gelijkenis is een kort verhaal, gewoonlijk gesitueerd in het dagelijks leven, dat dient om een religieus, moreel of filosofisch idee te illustreren.

[2Farizeeën, degenen die de Thora nauwgezet wilden naleven met een soort innerlijke consequentie. De wettelijke grenzen tussen rein en onrein, geoorloofd en verboden moesten stipt in acht worden genomen.