Bericht
  • EU e-Privacy Richtlijnen

    Wij maken gebruik van cookies, om onze website te verbeteren, en om het verkeer op de website te analyseren. Door op akkoord te klikken, geef je toestemming voor het plaatsen van alle cookies zoals omschreven in onze privacyverklaring. Ga voor meer informatie naar Privacy pagina.

    Bekijk Privacy Richtlijnen

 

1.0 Jezus' genezend vermogen

Jezus’ uitzonderlijke vermogens om te genezen worden meer dan 35 keer genoemd in de evangeliën, waarbij veel getuigenissen beschrijven hoe hij ‘menigtes’ van mensen genas “die kwalijk gesteld waren met verschillende ziekten en pijnen bevangen zijnde, en van den duivel bezeten en maanzieken en geraakten” [Matth. 4:24], inclusief de “kreupelen, blinden, stommen, lammen” [Matth 15:30].

afb. jezus 43Het is interessant te zien dat ook Jezus allerlei methoden heeft toegepast tijdens zijn genezingen. Opmerkelijk en verrassend is te ontdekken dat weinig pogingen zijn ondernomen Jezus’ genezingen te onderzoeken. Misschien heeft men dit nooit gedurfd, vanwege de goddelijke ‘status’ die Jezus door de georganiseerde religies is toebedeeld. Jezus was toch de Verlosser, de Gezalfde, de Messias, de Enige Zoon … van God. De christelijke Kerken beschouwen Jezus Christus als de enige Verlosser van de mensheid en daarover stel je geen vragen.

Vermoedelijk was de techniek die Jezus op een bepaald moment gebruikte, afhankelijk van de omstandigheden en in het bijzonder van de behoefte en de bewustzijnstoestand van de zieke. Bijvoorbeeld:

  1. Hij legde zijn handen op de zieke. [Lucas 13:11-13]
  2. Hij raakt het lichaamsdeel aan dat genezen moesten worden. [Mathheüs 9:29 en 20:33-34; Marcus 7:32-37]
  3. Hij spuwde op de ogen van een blinde man en legde vervolgens twee maal zijn handen op hem. [Marcus 8:22-26]
  4. Hij zei de zieke dat hij iets moest doen. Bijvoorbeeld zei hij tegen tien melaatsen dat zij zich aan de priester moesten laten zien. [Lucas 17:14]afb. jezus 44
  5. Hij combineerde eigen handelingen met instructies aan de zieke om iets te doen. Bijvoorbeeld: Jezus spuwde op de grond, maakte slijk van dit speeksel en smeerde dit op de ogen van de blinde, waarna hij hem zei zich te gaan wassen in het badwater van Siloam. [Johannes 9:1-7]
  6. Mensen raakten hem of zijn kleding aan en waren genezen. [Marcus 5:24-34 en 6:56 en Mattheüs 14:36]
  7. Hij gebruikte alleen maar woorden. Hij zei tegen de verlamde man: ‘Houd moed, mijn kind, uw zonden worden vergeven” en “Sta op, neem uw bed op en ga naar huis”. [Mattheüs 9:2 en 6]. Hij zei tegen de man bij het bad in Bethesda, die al achtendertig jaar ziek was: “Sta op, neem uw matras op en wandel”. [Johannes 5:8]
  8. Hij maakte gebruik van genezing op afstand, waarbij hij zich elders bevond. [Mattheüs 8:5-13 en 15-28; Johannes 4:46-53]

afb. jezus 45Een analyse van alle opgetekende genezingen van personen laat zien dat Jezus in tien gevallen de zieke heeft aangeraakt. Gewoonlijk wanneer ze dood, blind of doof waren of leden aan melaatsheid. Mogelijk deed hij dit om het geloof van de persoon (of bij de doden dat van de familieleden) te ondersteunen.
In twaalf gevallen was er géén sprake van aanraking. Het aanraken van zijn kleding wordt in twee gevallen vermeld. Hier kozen de zieken zelf het middel om hun geloof te versterken. Het geloof van de zieke wordt zeven keer vermeld. Het geloof van een vriend of verwant vinden wij in negen verslagen. In zeven gevallen wordt geen melding gemaakt van geloof, maar was dit ongetwijfeld een factor.

Jezus heeft zeer duidelijk gemaakt dat in alle gevallen de genezende kracht van God kwam en niet van hemzelf. ‘De Vader in Mij blijft, doet Zijn werken’ [Johannes 14:10]

Ad. 1 Voorbeeld handoplegging

In de Bijbel is bij herhaling sprake van genezing door handoplegging. Zowel Jezus als zijn apostelen hebben, volgens de Bijbelverhalen, zieke mensen door handoplegging genezen.

‘Nu geschiedde het – zo lezen wij in [Handelingen 28:8] – dat de vader van Publius metafb. jezus 46 ingewandenkoortsen te bed lag; en Paulus tot hem en deed een gebed, en hij legde hem de handen op en genas hem
Én in [Marcus 5:25] lezen wij: ‘en een vrouw, die twaalf jaar aan bloedvloeiingen geleden had, en veel doorstaan had van vele dokters en al het hare daaraan ten koste had gelegd en geen baat had gevonden, maar veeleer achteruit was gegaan, had gehoord, wat er van Jezus verteld werd, en zij kwam tussen de schare en raakte van achteren zijn kleed aan …….. En Jezus bemerkte terstond bij Zichzelf de kracht, die van Hem uitgegaan was, en Hij  keerde zich om in de schare, en zeide: Wie heeft mijn klederen aangeraakt?’

Ad 7. Voorbeeld ‘alleen maar woorden’

afb. jezus 51Op zoek naar schuld’. Toen Jezus op een dag met zijn discipelen een blinde man tegen kwam, vroegen zij hem meteen: ‘Rabbi, wie heeft gezondigd, deze of zijn ouders, dat hij blind geboren is? Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders, maar de werken Gods moesten in hem openbaar worden. Wij moeten werken de werken desgenen, die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; er komt een nacht, waarin niemand werken kan.” [Joh. 9:2-4]
De Farizeeën uit zijn tijd waren een geheel andere mening toegedaan. Zij weigerden te luisteren naar de man die eens blind was, met het argument: ‘Gij zijt geheel in zonden geboren en wilt gij ons leren?’ [Joh. 9:34]

Doen wij niet hetzelfde, wanneer wij doen alsof de gedachte dat ziekte iets met schuld te maken heeft, achterhaald is? Het zoeken naar een bepaalde schuld als oorzaak van ziekte is de laatste tijd sterker geworden, sinds de medische wetenschap is begonnen met het onderzoek naar psychosomatische samenhangen. Maagzweren ontstaan door ernstige zorgen en innerlijke radeloosheid; kanker kan de kop opsteken, wanneer het niet lukt bepaalde conflicten op te lossen.

‘Niet wat de mond in gaat, maar wat eruit komt maakt iemand tot wat hij is’.

2.0 De genezende patronen van Jezus

Jezus genas een vrouw met bloedvloeiingen.  [Marcus 5:27]

De vraag is: ‘Is er een gedragsmatige patroon of patronen te ontdekken, die een context scheppen waarin het waarschijnlijker is dat er een ‘wonder’ zal plaatsvinden?’

In het Nieuwe Testament worden er twee woorden gebruikt in relatie tot genezing.
1. Iaomai = ‘heel maken’;
2. Therapeuo = ‘op iemand letten’.

afb. jezus 47Wanneer Jezus geneest, wordt in eerste instantie het woord therapeuo gebruikt in plaats van  iamomai, dat impliceert dat deze genezing moet worden beschouwd als ondersteuning en aanmoediging van het zelf-genezend vermogen van de mens.
Jezus doet dus een direct beroep op het innerlijk-zelf-genezend vermogen dat ieder mens bezit! Een groot deel van zijn woorden en daden was er dan ook opgericht de overtuigingen en het overtuigingssysteem van de mensen te beïnvloeden! Zoals de volgende teksten aangeven, legde Jezus veel nadruk op de kracht van het geloof.

  • ‘Vrees niet, geloof alleen’. [Marcus 5:36]
  • ‘Als je maar gelooft, alles is mogelijk voor hem die gelooft’. [Marcus 9:23]
  • ‘Maar dit zeg ik u, wie tegen deze berg zal zeggen wordt opgeheven en in de zee geworpen, en niet twijfele in zijn hart, maar zal geloven dat hetgeen hij zegt geschieden zal, zal het hem geworden, zo wat hij zegt. Daarom zeg ik u, alle dingen die gij biddenden begeert, gelooft, dat gij ze ontvangen zult, en zij zullen u geworden’. [Marcus 11:23-24]
  • ‘U geschiede naar uw geloof’. [Matth. 9:29]

afb. jezus 48Deze teksten betekenen zeker dat geloof één van de allerbelangrijkste sleutelfactoren is, die helpen om een wonder te laten plaatsvinden. Zelfs de moderne medische wetenschap erkent de genezende invloed van overtuigingen in de vorm van het ‘placebo effect’.
Jezus had het unieke vermogen om mensen gemakkelijk – vermoedelijk door een vorm van hypnose toe te passen door diep in de ogen te kijken – en op consequente wijze te helpen beperkende overtuigingen te veranderen en die nieuwe overtuigingen te vestigen die nieuwe mogelijkheden boden. De kernvraag  bij modeleringsproces [NLP-techniek] is:  ‘Hoe deed Jezus dat?’

Eén van de sleutels van zijn toegepaste strategieën is te vinden in zijn onderwijzingen en gelijkenissen. De gelijkenis van ‘De zaaier en het zaad’.

‘Hoor toe, ziet, een zaaier ging uit om te zaaien. En het geschiedde in het zaaien, dat het ene deel zaads viel bij de weg; en de vogelen des hemels kwamen en aten het op. En het andere viel op het steenachtige, waar het niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had. Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden, en omdat het geen wortel had, zo is het verdord. En het andere viel in de doornen, en de doornen wiesen op, en verstikten hetzelve, en het gaf geen vrucht. En het andere viel in de goede aarde en gaf vrucht, die opging en wies; en het ene droeg dertig- en het andere zestig-, en het andere honderdvoud. En hij zie tot hen: Wie oren heeft om te horen, die hore’. [Marcus 4:2-9]

Jezus legt aan zijn discipelen uit, dat het zaad als een nieuw idee of een nieuwe overtuiging beschouwd kan worden. Maar voordat de nieuwe overtuiging kan groeien, is het nodig eerst het in de juiste context te plaatsen. Als er geen interne referentie-ervaringen zijn voor de nieuwe overtuiging om ‘wortel te schieten’, dan zal deze verdwijnen, indien zij geconfronteerd worden met enig kritiek. De vogel pikt het weg vanuit het hart.
afb. jezus 49Als er geen ervarings-‘bodem’ is waar deze in kan groeien, dan is alles wat iemand maar hoeft te doen, je vreemd aan te kijken en je denkt dan direct: ‘Oh, ik geloof dat ik stom bezig ben, etc.’. Dus als de nieuwe overtuiging ‘langs de kant van de weg valt’, dan is deze alleen maar oppervlakkig. Je praat erover, maar je hoort, ziet, proeft en voelt het niet. Deze nieuwe overtuiging is dan snel verdwenen.
Wanneer een nieuwe overtuiging op ‘rotsachtige grond valt’ dan wordt deze geblokkeerd door – zoals Jezus uitlegt – de verharding in het hart’. Deze ‘rotsen’ kunnen verband houden met vroegere, minder prettige ervaringen, dingen waarbij je er nog niet klaar voor bent om ze los te laten. De wortels van de nieuwe overtuiging kunnen dan niet groeien. Het is dus belangrijk om manieren te vinden om de rotsen te verwijderen en zo in een vruchtbare bodem te veranderen.
Wanneer een nieuwe overtuiging ‘tussen de doornen valt’ is er één die geconfronteerd wordt met strijdige overtuigingen, incongruentie of ‘gedachten-virussen’. Deze weerstanden kunnen zowel van externe als van interne bronnen komen. Conflicterende overtuigingen zijn te vergelijken met de doornen, die de nieuwe overtuiging overschaduwen of ‘verstikken’. Het is niet nodig de ‘doornen’ te vergiftigen of te vernietigen, maar ze moeten worden verwijderd, weggenomen of ‘uitgezocht’ worden.

De kracht van deze metafoor is dat ‘genezen’ wordt vergeleken met ‘tuinieren’. Je kunt er niet voor zorgen dat een boom groeit. Je kunt echter wel de bodem bewerken. De tuinman gaat niet ‘deze boom laten groeien’, maar wat de tuinman wel kan is de rotsen verwijderen en ervoor zorgen dat de grond vruchtbaar is. Dat is de essentie van Jezus’ kijk op veranderingen aanbrengen.

B. Genezing door woord en aanraking

Afgaande op de Evangeliën was Jezus’ primaire benadering van genezen het systematisch gebruiken van taal én handoplegging.

  • …. Zij brachten vele tot hem die van den duivel bezeten waren en hij wierp de boze geesten uit met zijn woord. [Matth.8:16]
  • … allen die enigerlei ziekten hadden werden tot hem gebracht; en hij legde zijn handen op elk van hen, en genas hen. [Lucas 4;40]

afb. jezus 50Deze beschrijvingen lijken te impliceren dat Jezus ertoe neigde rustgevende woorden te gebruiken om de problemen die met de geest te maken hebben te benaderen, en gelijktijdig zijn genezende handen om lichamelijke ziekten te behandelen. Voor mijn gevoel wordt door Jezus een hypnose-techniek toegepast, die zorgt dat de geest als het ware ‘buitenspel’ wordt gezet. En zijn handen om zijn genezende energie ‘over te hevelen’ naar de patiënt. Jezus wordt op dat unieke moment het ‘doorgeef-kanaal’ van Goddelijke Energieën, die nadien door beide handen stromen.

Maar Jezus behandelde de zieken op verschillende manieren, maar hij genas middels een persoonlijke interactie. Vaak op een zachtmoedige, ondersteunende en zelfs liefdevolle manier zich tot de zieken richtend met de woorden ‘zoon of dochter’, maar nooit met ‘gij zondaar’. Deze soorten variaties in geneeswijze wijzen op een hoge mate van wijsheid en flexibiliteit. Allemaal gericht en gebaseerd op de informatie die Jezus ontving van het innerlijke zelf – de ziel - van de zieke tijdens het eerste contact. Het cruciale moment waarop beslist werd hoe en of iemand wel te genezen was. Besef dat niet iedereen door Jezus werd genezen. Jezus kende in dat korte ontmoetingsmoment het ware Pad van de nog te genezen patiënt!

Eén van de dingen die heel duidelijk blijkt uit de Evangeliën is, dat Jezus niet probeerde de missie of het vermogen om te genezen voor zichzelf probeerde te houden. [Mattheüs 10:1] vertelt ons het volgende: ‘En toen hij zijn twaalf discipelen bij zich geroepen had, gaf hij hen kracht tegen onreine geesten, om deze uit te werpen, en om alle soorten ziektes en alle soorten kwalen te genezen’. In feite was één van de eerste taken die hij aan de discipelen overdroeg om heen te gaan: ‘De zieken te genezen, de melaatsen te reinigen, de doden op te wekken, de duivel uit te werpen’.

Als aan Jezus wordt verteld dat iemand die niet tot zijn discipelen behoorde, bezig was in zijn naam te genezen en hem wordt gevraagd of hij deze persoon zal gaan kastijden, antwoordt Jezus: ‘Wie niet voor ons is, is tegen ons’ [Lucas 50]. Het is alsof hij hiermee wil zeggen dat iemand die de missie om te genezen deelt, iets deelt dat werkelijk belangrijk en diepgaand is. Mits hij of zij de ware toedracht kent van het genezend vermogen – ‘de staat van de ziel’; het diep verlangen naar bevrijding – werkelijk kent!

De kern van Jezus’ geneeswijzen

‘Manipulatie van energieën'

Emotie is energie in beweging. Wanneer je energie verplaatst, creër je een effect. Indien je voldoende energie verplaatst, schep je. Materie is samengebalde energie. Dus als je energie op een bepaalde wijze manipuleert, ontstaat  materie. Elke meester begrijpt deze wet. Het is de alchemie van het universum. Het is het geheim van het leven.

afb. jezus 51Alle gedachten klonteren samen. Ze ontmoeten andere gedachten, kriskras in een ongelooflijk doolhof van energie. Gelijksoortige energie trekt gelijksoortige energie aan, waardoor gelijksoortige klonten energie worden gevormd. Wanneer voldoende overeenkomstige klonten kriskras door elkaar lopen, klonteren ze samen. Er is een onvoorstelbare grote hoeveelheid samengeklonterde, gelijksoortige energie nodig voor de vorming van materie. Maar materie ontstaat uit pure energie. Dit is in feite de enige manier waarop het kan ontstaan.

Op een vergelijkbare manier vinden grote gemeenschappen of congregaties vaak de kracht om wonderen te verrichten door samen te denken (gebed, hoop, wens, droom, angst) uitgesproken sterk zijn – een dergelijk resultaat in en voor zichzelf kunnen oproepen. Jezus deed dit regelmatig. Hij wist hoe je energie en materie kunt manipuleren, hoe je ze volkomen kunt beheersen. Vele meesters wisten dit. Velen weten het. Ook jij kunt het weten, nu, op dit moment!

Genezing is een proces van alles te accepteren en vervolgens voor het beste te kiezen!