Bericht
  • EU e-Privacy Richtlijnen

    Wij maken gebruik van cookies, om onze website te verbeteren, en om het verkeer op de website te analyseren. Door op akkoord te klikken, geef je toestemming voor het plaatsen van alle cookies zoals omschreven in onze privacyverklaring. Ga voor meer informatie naar Privacy pagina.

    Bekijk Privacy Richtlijnen

 

De hedendaagse wetenschap zit ook niet stil. Eén van haar hypothesen is, dat een mens via voeding herinneringen kan krijgen van vorige levens. Er wordt uitgegaan van de theorie dat al onze ervaringen worden opgeslagen in het eiwit van het cytoplasma, dat een rol speelt in ons erfelijk materiaal. Afb._engelen_9Na de dood wordt het lichaam begraven, valt uiteen en wordt voedsel voor planten en dieren, die wij op onze beurt weer nuttigen. Alles draait dus om de eiwitten die intact blijven en als informatiedragers boodschappen afgeven.
Ook heeft de wetenschap een hypothese ontwikkeld waarin gesteld wordt dat alle herinnerigen, dromen, gedachten en ervaringen worden opgeslagen in het cytoplasma. Kinderen krijgen via de ouders deze eiwitstructuren door en daarmee ook de herinneringen, niet alleen van de ouders maar van de hele familie waar de ouders van afstammen.

Met het doordringen van New Age denkbeelden in onze samenleving, is het denken over reïncarnatie ook in een parapsychologische context geplaatst. Een beroemd onderzoek is het uitvoerig gedocumenteerde en onderzochte geval van Shanti-Devi uit New-Delhi, een jong meisje dat zich verbluffende details over een vorig leven herinnerde die vrijwel allemaal bleken te kloppen. In 1953 gaven enkele bekende professoren van de universiteiten te Benares, Lucknow en Allahabad een gemeenschappeljke verklaring uit. De kern van die verklaring kwam erop neer dat de negenjarige Shanti-Devi herinneringen bezat aan een leven dat 25 jaar eerder was geleefd, dat die herinneringen op geen enkele manier anders te verklaren was dan ze te beschouwen als een bevestiging van de reïncarnatiegedachte. De Amerikaanse psychiater Ian Stevenson heeft nadien jaren lang persoonlijkheids- en psychologisch onderzoek verricht naar reïncarnatie-ervaringen bij kinderen.
Sommige kinderen vertoonden bovendien vaardigheden die samenhingen met capaciteiten van overledene of een moedervlek, een geboorteafwijking die lijken te verwijzen naar de doodsoorzaak. Om deze redenen wordt het door onderzoekers zoals Ian Stevenson aannemelijk geacht, dat er in zulke gevallen geen sprake is van fantasie, toeval of helderziendheid, maar van daadwerkeljike herinneringen aan een vorig leven.
Criticasters en sceptici verwijten dat Ian Stevenson nogal lichtgelovig is en dat hij de natuurlijke verklaringen niet ernstig genoeg onderzocht heeft; dat zijn manier van vragen stellen gebaseerd is op een vooringenomen stelling; dat hij gebruikt maakt van tolken die ook in reïncarnatie geloven. Een medewerker van een publicatie van Stevenson, David Barker, denkt dat het om een maatschappelijk verschijnsel gaat. Het kind wordt voorgesteld aan een vrouw met de woorden: 'Kijk eens, dit is je vorige moeder, herken je haar niet?' Het kind zegt dan zoiets van 'Uh, ja'. Later beweren de omstanders dat het kind spontaan zijn moeder aanwees. [Gezichtspunt vanuit parapsychologie; 'Herinneringen bij kinderen', blz. 114-117, J.B. Delcour, Titel "Toch reïncarnatie"].

Nederlands bekendste deskundig op het gebied van reïncarnatie is wel Hans ten Dam die aan de Universiteit van Amsterdam psychologie en opvoedkunde heeft gestudeerd en sinds 1983 o.a. opleidingen in regressie- en reïncarnatietherapie in binnen- en buitenland verzorgt. Hij heeft Afb._engelen_10geschreven over management, over intuïtie en inspiratie, van jeugdboeken tot beleidsanalyse, van het praktische tot het persoonlijke en het mystieke. Het meest opzienbarende boek is wel het Handboek Regressietherapie (1989) met als titel 'Catharsis en Integratie'. Citaten uit dit boek geven aan, dat zogenaamde bewijzen, dubieuze onderbouwingen en weerleggingen van reïncarnatie thuis behoren in de logica en de wiskunde. Met empirische wetenschap heeft dat allemaal niets te maken. Wat waar lijk te zijn, blijkt later onder andere condities minder waar of op een heel andere manier waar te zijn. Hans ten Dam citerend: 'Ik heb weinig op met bekrompen wtenschappers die quasi-argumenten uit de hoge hoed toveren bij alles wat ze al bij voorbaat onzin vinden'. Verderop in zijn boek legt hij uit dat hij nog minder op heeft met ' bekrompen godsdienstigen' die vinden dat de evolutieleer niet waar kan zijn, omdat zij strijdig is met de letterlijke betekenis van de Bijbel. 'Dat mensen die geen snars begrijpen van wat wetenschap en godsdienst is. Gelovigen en ongelovigen zijn mensen die sterk de neiging hebben niet meer hoeven na te denken en vooral niet willen kijken naar wat ze niet willen zien'.
Hans ten Dam is een pionier in ontwikkeling van praktische, specifieke therapiemethoden en heeft zijn boek 'Catharsis en INtegratie' gebaseerd op honderden regressies, zowel in het binnen- als in het buitenland. Zeker de moeite waard voor hen die 'het raadsel van reïncarnatie' niet willen accepteren, niet willen geloven of beter inzicht willen hebben.