Bericht
  • EU e-Privacy Richtlijnen

    Wij maken gebruik van cookies, om onze website te verbeteren, en om het verkeer op de website te analyseren. Door op akkoord te klikken, geef je toestemming voor het plaatsen van alle cookies zoals omschreven in onze privacyverklaring. Ga voor meer informatie naar Privacy pagina.

    Bekijk Privacy Richtlijnen

 

Het idee van reïncarnatie bestaat al sinds vele duizenden jaren voor Christus en komt voor in diverse religies en culturen over de hele wereld. Ook in Afb._engelen_4de New Age-beweging en sommige Indiaanse religies van Noord- en Zuid Amerika komt geloof in reïncarnatie voor. Het geloof in reïncarnatie wordt ook aangetroffen bij sommige kleine volken in gebieden die als Islamitisch bekend staan. In het Jodemdom wordt reïncarnatie 'Gilgal' genoemd. Voor antroposofen en theosofen is het juist iets fijns, een evolutie naar het Hogere. In navolging van de theosofie  geloven ook de antroposofen, de rozenkruisers en andere esoterische groepen in reïncarnatie, waarbij zij echter de mogelijkheid van het onaangename terugvallen naar een 'lager' bewustzijnsniveau zoals in het Hindoeïsme wel mogelijk is, meestal verwerpen.

Reïncarnatie is het meest bekend als behorend tot het Hindoeïsme en Boeddhisme, waarin het geloof in reïncarnatie sterk verwant is met het begrip karma wat de toekomstige geboorte beïnvloed. In het Boeddhisme geeft men de voorkeur aan het begrip wedergeboorte boven reïncarnatie, daar reïncarnatie impliceert dat er iets is dat weer 'opnieuw geboren' wordt. Het Boeddhisme onderschrijft het bestaan van een eeuwigdurende 'ik', 'het zelf' of 'ziel' niet. Het Boeddhisme omschrijft reïncarnatie als een eindeloze cylcus van steeds weer nieuwe levens die aangedreven worden door de mentale corrupties van de geest. Vrijheid van deze cyclus is het Nirwana!
Het huidige Christendom wijst het idee van de reïncarnatieleer van de hand, hoewel het vroege christendom wel veel 'volgelingen' kende in de reïncarnatieleer; de gnostische reïncarnatieleer.

Het is zeer gebruikelijk om te spreken over het geloof in reïncarnatie. Daartegenover stellen velen: 'Ik geloof er nu eenmaal niet in'. En daarmee is de discussie voor hen gesloten. Mensen hebben gauw de neiging van iets dat ze niet begrijpen of kunnen bevatten, te beweren: 'Zoiets kan nooit bestaan'. Maar welke maatstaf legt men hierbij aan? Nu kan men inderdaad reïncarnatie tot een geloof maken, zoals men kan geloven dat in het jaar 2012 de wereld zal vergaan zoals sommige sektarische groepen beweren. Dit is echter een heel ander soort geloof dan het geloof in Hemel of Hel, hetAfb._engelen_5 geloof in de 'Voorzienigheid' of het geloof in het eeuwig leven.
Dergelijke geloofsinzichten zijn nooit langs wetenschappelijke weg te verifiëren. Wie toch over de problemen van leven en dood serieus wil nadenken, moet een open oog voor de werkelijkheid en een open geest voor de theorie hebben, zo zegt een groot wetenschapper.
Reïncarnatie zou zeer goed een natuurwetenschappelijk feit kunnen zijn, evenals de evolutie én de erfelijkheid. Zo is het niet ondenkbaar, dat hét wetenschappelijk wordt aangetoond, dat reïncarnatie bestaat. Als iemand dán nog beweert: 'Ik geloof er toch niet in', dan is dat even absurd als niet te geloven in de zwaartekracht of in het bestaan van de Noordpool omdat men daar nooit is geweest. Het is daarom betere reïncarnatie uit de geloofsfeer te halen en het te beschouwen als een wetenschappelijke hypothese, die op zijn geldigheid getoetst moet worden.